Terugblik en highlights Nutanix .NEXT 2024
Nutanix organiseert jaarlijks een evenement voor klanten en partners. Dit evenement, wat als naam .NEXT heeft meegekregen, wordt het ene jaar in de VS gehouden en het andere jaar in Europa. Dit jaar was de locatie het Fira conferentiecentrum in Barcelona. Met meer dan 4.000 bezoekers was het een drukbezocht evenement waar Nutanix haar visie en nieuwe producten heeft aangekondigd die zij voor de komende jaren op de roadmap heeft staan.
Op de dinsdag toen het evenement echt begon zijn de meeste familieleden weer naar huis vertrokken en bleven de FlexVirtual medewerkers over om zich in de drukte van .NEXT te storten. De meeste dagen begonnen met een Keynote vanuit het management van Nutanix en werden afgesloten met verschillende verdiepende sessies waarop meer inhoudelijk werd ingegaan op de onderwerpen die tijdens de keynote werden aangekondigd.
Een aantal highlights.
AOS 6.8
Met het aankondigen en inmiddels ook al beschikbaar stellen van het nieuwe Nutanix AOS 6.8 waarbinnen de laatste ontwikkelingen van het Nutanix Cloud Platform (NCP) hybride multicloud oplossing zijn opgenomen is een goede start gemaakt. De focus ligt hier vooral op het verbeteren van de algehele performance, het verder vereenvoudigen van de self service cloud handelingen en het continueren van de bedrijfsprocessen. AOS 6.8 heeft een nieuwe standaard gecreëerd die de scale-out functies verder verbetert en het onderhoud sterk vereenvoudigt voor omgevingen van verschillende groottes. Met de release van AOS 6.8 zijn veel verbeterde en vernieuwde functies beschikbaar gekomen waarmee het voor de gebruiker nog eenvoudiger wordt om de capaciteit van de hardware maximaal te benutten.
Nutanix Insights
Binnen alle nieuwe releases van AOS is ook een vernieuwde versie opgenomen van Nutanix Insights. Veel enterprise IT-oplossingen gebruiken een reactieve benadering voor systeemonderhoud en voor het oplossen van problemen. Daarbij wordt dan vaak gebruik gemaakt van de beschikbare informatie die vervolgens in een test omgeving wordt gereproduceerd om het issue op te lossen, het daadwerklijke troubleshoting begint daarna pas. Deze benaderring kost onnodig veel tijd en inspanning en zorgt er dan ook voor dat het vinden van de oplossing onnodig wordt verlengd.
Nutanix stroomlijnt dit proces met behulp van twee belangrijke supportdiensten, namelijk Nutanix Pulse en Nutanix Remote Diagnostics. Pulse verzamelt op regelmatige basis informatie vanuit de omgeving en de Remote Diagnostic service grijpt in op momenten dat een verstoring zich voortdoet zodat een beheerder daarop direct kan anticiperen.
Het voordeel hiervan is dat oplostijd met ongeveer 40% kan worden verminderd en dat er proactief wordt gehandeld op mogelijke problemen binnen de omgeving. Indien nodig worden er automatisch tickets aangemaakt waarbij eventuele defecte componenten binnen het systeem worden vervangen. De gebruiker van het Nutanix-platform hoeft dit alleen nog maar te bevestigen en alle handelingen die nodig zijn voor het troubleshooten zijn dan al gedaan, waardoor onbeschikbaarheid wordt geminimaliseerd.
Prism Central minimale deployment voor kleine omgevingen
Als je Prism Central uitrolt op een cluster heeft dit voor kleinere omgevingen een behoorlijke impact. Prism Central vraagt namelijk een behoorlijke hoeveelheid resources qua geheugen en processorcapaciteit. Nieuw in deze release is dat het nu mogelijk is om Prism Central server geminimaliseerd op de omgeving te plaatsen, waardoor dus meer resources beschikbaar blijven voor de daadwerkelijke virtuele machines.
Dit helpt in het maximaal uitnutten van de hardware en toch de benodigde middelen beschikbaar te hebben om het onderhoud en beheer van de omgeving goed uit te kunnen voeren.
Micro Stunning
Tijdens het gebruik van een Nutanix-omgeving is het kunnen uitvoeren van een live migration van een virtuele machine erg belangrijk. Dit kan worden toegepast om bijvoorbeeld onderhoud uit te voeren op een node en daarmee de virtuele machines naar één van de andere nodes te verplaatsen. Of als het geautomatiseerde LCM (Lify Cycle Manager) ervoor zorgt dat een node wordt vrijgespeeld zodat er nieuwe patches en/of firmwares kunnen worden geplaatst.
Met het toevoegen van Micro Stunning wordt dit proces verder geoptimaliseerd. Bij een live migration wordt het actieve geheugen van een virtuele machine naar een andere node overgebracht. Als een virtuele machine erg druk is en de wijzigingen in het geheugen continu veranderen en er dus meer veranderingen in het geheugen zijn dan de replicatie van het geheugen kan plaatsvinden, wordt met behulp van een Micro Stun het systeem kort bevroren waardoor er geen wijzigingen meer plaats vinden in het geheugen en dan overgezet naar de andere node.
Micro Stunning wordt alleen toegepast op machines die normaliter niet verplaatst kunnen worden door deze hoge mate aan wijzigingen in het geheugen. En alleen bij virtuele machines waarbij het aantal wijzigen hoger is dan wat er maximaal gerepliceerd kan worden wordt deze functionaliteit toegepast. Het resultaat is dan ook dat er aanzienlijk snellere migraties van virtuele machines tussen nodes kan plaatsvinden.
AHV Metro voor Volumes Groups
Met deze nieuwe functionaliteit komen er nieuwe mogelijkheden beschikbaar voor de bescherming van de virtuele machines binnen het datacenter. AHV Metro en AHV Synchronous kunnen nu worden geconfigureerd binnen een enkele protection policy en staat het toe deze volume groups te extenden tussen twee Nutanix-clusters.
Deze nieuwe mogelijkheid voegt een extra voordeel toe om mission-critical applicaties die gebruik maken van volume groups beter te beschermen. Bijvoorbeeld Microsoft Windows Failover Cluster die afhankelijk is van volume groups voor het wegschrijven van de data. Deze nieuwe functie werkt nauw samen met de AHV hypervisor en maakt het mogelijk de beschikbaarheid verder te verhogen.
Secure Snapshots
De vele gevaren die er tegenwoordig zijn ten aanzien van bijvoorbeeld ransomware en hackers maken het noodzakelijk om de data extra te beschermen. Met de Secure Snapshot-functionaliteit is er een middel beschikbaar om je te wapenen tegen deze gevaren en zo de IT-security verder te verhogen.
Met deze functionaliteit wordt het mogelijk om een snapshot, wat een momentopname in de tijd is en waar naar toe terug kan worden gegaan, te creëren. Dit wordt mogelijk gemaakt door een disaster recovery policy te creëren waarin is opgenomen dat de data niet mag worden verwijderd. Hiermee wordt een extra veiligheid ingebouwd tegen gehackte administratieve accounts die de mogelijkheid geven om data te wijzigen waar het niet gewenst is. Met deze snapshots kan er worden terug gegaan naar een moment in tijd waarop deze activiteiten nog niet hebben plaatsgevonden.
Nutanix heeft dit met behulp van deze policies ingebouwd om deze bescherming te realiseren op basis van immutable snapshots. Indien er toch data moet worden verwijderd dan zijn er meerdere administratieve accounts benodigd om dit uit te kunnen voeren. Deze methode biedt bescherming op meerdere niveaus tegen de actuele bedreigingen.
Een bijdrage van Arjan Hendriks, ICT-consultant bij FlexVirtual